Deze zomer bezocht ik de Villa Rotonda van Andrea Palladio — een gebouw dat na ruim viereneenhalve eeuw nog altijd indrukwekkend overeind staat. Het is een krachtig statement in steen: volledig symmetrisch, doordacht, en onwrikbaar rationeel. Palladio ontwierp het niet zomaar als woning, maar als een bijna goddelijk middelpunt in het landschap. De zuilen, de koepel, de geometrie — alles ademt controle en eeuwigheid. Het is architectuur als absolute vorm.
En het werkt. Tot op de dag van vandaag wordt de Villa Rotonda bewonderd, onderhouden, gerestaureerd en opnieuw betekenisvol gemaakt. Ze ís niet alleen, ze blijft. In haar strengheid ligt een bepaalde universele aantrekkingskracht: mensen herkennen zich in haar logica, haar orde, haar monumentaliteit. Misschien zelfs in haar ego.
Daartegenover las ik recent een blog van Michel Post op de website van ORIO architecten, over het werk van de Hongaarse architect Imre Markovics. Post schrijft met bewondering over Markovics’ organische architectuur — gebouwen die niet strak of rationeel zijn, maar eerder vloeiend, sculpturaal, intuïtief. Ze ontstaan vanuit plaats en gevoel, niet vanuit symmetrie of canon. Geen heldere snede, maar een zachte lijn. Een andere benadering, een ander wereldbeeld.
In zijn blog benoemd Michel Post ook iets dat opvalt: veel van de gebouwen van Markovics staan leeg. Dat roept vragen op. Hoe mooi, gevoelig en poëtisch ook — sluiten deze gebouwen voldoende aan op het dagelijks gebruik? Zijn ze echt functioneel, of blijft het vooral bij vorm-expressie zonder duurzame verbinding met gebruikers?
Om daar beter zicht op te krijgen bezocht ik zelf een gebouw van Markovics: het Naturata-gebouw in Überlingen. Een grote houten structuur, als een immense hoed die zich beschermend uitstrekt over de ruimte eronder. Het gebouw is in gebruik, een bedrijf heeft er zijn vestiging. Het functioneert. Het sluit aan bij de wensen van de gebruiker. Er wordt gewerkt, ontmoet, geleefd.
En toch… het voelt wat rommelig. De architectuur biedt geen duidelijke richting. Ze bepaalt de ruimte niet, maar laat alles open. Dat is bijzonder — het biedt vrijheid. Maar het mist misschien ook een zekere rust. De ruimte dringt zich niet op, maar laat alles gebeuren.
Opmerkelijk genoeg biedt de Villa Rotonda ook ruimte, licht, stilte en vrijheid. Maar ik voel me daar juist meer op mijn gemak. Waarom?
Misschien omdat de ruimte daar duidelijk en gedefinieerd is. Er is orde, er is ritme, er is een sterk kader. Palladio’s architectuur biedt structuur, helderheid, een veilige grens. Bij Markovics moet je zelf betekenis geven, zelf navigeren. Dat kan bevrijdend zijn — maar ook vermoeiend. Het stelt je bloot aan ruimte zonder handvatten.
En dat werpt de vraag op:
Is architectuur die niet stuurt — hoe mooi ook — voldoende om je echt thuis in te voelen?
De leegstand van veel van Markovics’ gebouwen lijkt een symptoom van een architectuur die niet vanzelf resoneert met de mens in zijn dagelijkse gedrag. Vorm zonder richting. Poëzie zonder structuur.
Toch is het ook belangrijk te erkennen: niet iedereen heeft behoefte aan dezelfde ruimte. De één vindt rust in het ritme en de helderheid van Palladio. De ander floreert in de openheid en ruimtelijke vrijheid die Markovics biedt.
Het niet een kwestie van goed of fout, maar van afstemming — tussen gebouw, mens en betekenis. Wat werkt voor de één, blijft leeg of is te streng voor de ander.
0 reacties